Voorschriften inzake het gebruik van hoogzitten.

A. Inspectie en voorbereiding

A. 1. Controleer hoogzit na ontvangst en voor ieder gebruik.
A. 2. Controleer vóór ieder gebruik alle onderdelen van de hoogzit op hun toestand en werking.
A. 3. Gebruik nooit een beschadigde of gebroken hoogzit.
A. 4. Breng geen tijdelijke reparaties aan de hoogzit.
Laat reparaties van de hoogzit over aan een terzake deskundige.
A. 5. Houd de hoogzit zoveel mogelijk vrij van ongerechtigheden, zoals natte verf, modder, sneeuw en olie.

B. Toepassing en plaatsing

I. Algemeen

B. 1. Gebruik de hoogzit uitsluitend voor het doel waarvoor het is vervaardigd. Maak geen oneigenlijk gebruik van de hoogzit.
B. 2. Stel de hoogzit zorgvuldig op. Ga met overleg te werk. Plaats de hoogzit niet ondersteboven, achterstevoren of tegen ronde of smalle zuilen e.d..

B. 3. Plaats de hoogzit nooit op tafels, kisten, kratten of een ander onstabiel stavlak.
B. 4. Plaats de hoogzit niet op een helling of op een zachte, oneffen of gladde ondergrond.
B. 5. Neem extra voorzorgen wanneer de hoogzit voor een deuropening, in een passage e.d. moet worden opgesteld.
B. 6. Pas op! Een metalen hoogzit is geleidend voor elektriciteit. Plaats de metalen hoogzit op minimaal 2 meter van niet-geïsoleerde, onder spanning staande elektrische delen.
B. 7. Gebruik bij harde wind – windkracht 6 – buitenshuis geen hoogzit.
B. 8. Laat een opgestelde hoogzit nooit onbeheerd achter. Denk aan kinderen.
B. 9. Plaats de hoogzit zodanig, dat de afstand van de voet van de hoogzit tot de muur ongeveer gelijk is aan een kwart van de lengte van de hoogzit. (De hoogzit behoort in deze stand onder een hoek van ± 75° ten opzichte van het horizontale vlak te staan).

C. Beklimming en gebruik

C. 1. Beklim de hoogzit altijd met het gezicht er naar toe.
C. 2. Beklim de hoogzit alleen, wanneer u minimaal één hand vrij hebt om het vast te houden.
C. 3. Beklim de hoogzit zonder platform nooit hoger dan de vierde standplaats van bovenaf.
C. 4. Draag bij het gebruik van de hoogzit geen slippers, schoenen met hoge hak of klompschoenen. C. 5. Draag bij het gebruik van de hoogzit geen schoeisel met gladde of vervuilde zolen.
C. 6. Zorg dat u bij het verrichten van werkzaamheden altijd met twee voeten op de hoogzit staat.
C. 7. Ga nooit met één voet op hoogzit en met de andere voet op bijvoorbeeld een tak staan.
C. 8. Leun niet te ver opzij. Verplaats de hoogzit wat vaker.
C. 9. Verplaats de hoogzit niet wanneer u er op staat.

C.10. Draag bij het gebruik van de hoogzit altijd een veiligheidsharnas.

D. Onderhoud en opslag

D. 1. Onderhoud de hoogzit volgens de voorschriften.
D. 2. Inspecteer de hoogzit geregeld op gebreken, zoals vervorming en slijtage.
D. 3. Laat iedere beschadiging aan de hoogzit zo spoedig mogelijk repareren door een terzake deskundige.
D. 4. Houd de hoogzit schoon en vrij van ongerechtigheden.
D. 5. Vernietig een gebroken, versleten of onherstelbaar beschadigde hoogzit.